AV 16 juni 2020

Verslag van de Secretaris van de Raad van de Orde

Hooggeachte dames en heren Stafhouders,
Geachte Confraters,

Ik had dit gerechtelijk jaar 2019-20 het voorrecht om te dienen als secretaris van de NOAB wat mij het plezier verschaft om u door de talrijke activiteiten van de NOAB van dit voorbije jaar te wandelen op dit feestelijke afsluitingsmoment van het gerechtelijk jaar –weze het dat we deze keer na de vergadering zonder cocktailreceptie van u afscheid zullen moeten nemen.

Het was (en is) –op zijn zachtst uitgedrukt– een bijzonder jaar.  Nog maar net hadden we een effectieve Brexit achter de kiezen, toen de COVID-19 crisis toesloeg die een significante impact op de uitoefening van ons beroep heeft gehad; misschien (en in sommige aspecten, hopelijk) met een blijvend effect.  Zonder evenwel op de zaken vooruit te willen lopen, neem ik u graag mee naar het begin van dit gerechtelijk jaar dat momenteel eeuwen geleden in een andere wereld lijkt te hebben plaatsgevonden.

Op 18 en 19 oktober 2019 vonden het reflectiedagen van de Orde in Rijsel plaats.  De reflectiedagen vormen een uitzonderlijke gelegenheid om –zoals de benaming zelf al aangeeft– de tijd te nemen om net iets dieper te reflecteren over een aantal thema’s die aan de Orde, haar leden en ons beroep raken; een gelegenheid die zich niet steeds aanbiedt binnen de drukke tweewekelijkse agenda van de Raad van de Orde.  Dit jaar vormden, op voorzet van Mrs. Luc Vanaverbeke en Charlotte Verhaeghe, voornamelijk het ontwerpreglement van de OVB over de hervorming van de stage het voorwerp van uitgebreide ideologische discussies, wat vervolgens leidde tot voorstellen tot amendering van de NOAB.  Ook de problematiek van de perimeter van het beroep van advocaat –wat in voorgaande raden van de Orde al meermaals tot een clash of views had geleid– kwam aan bod op verslag van Mrs. Bernard Derveaux en Inge Gabriëls.  Op voorstel van verkozen Stafhouder De Moor was er ook aandacht voor het onderwerp van kwaliteitsverbetering binnen de advocatuur.  Dit mondde uit in het opzetten van een ambitieus project voor een publicatie over de redactie van goede juridische teksten.  Last, maar zeker not least, was er ook aandacht voor het onderwerp “Welzijn op het werk in de advocatuur” en in het bijzonder de vragen “Hoe burnout of depressie vermijden?”.  De Raad mocht hiervoor Mr. Jeff Keustermans als gastspreker verwelkomen.

Afgezien van het juridisch inhoudelijke, vormen de reflectiedagen echter ook een belangrijk sociaal ijkpunt.  Het is een weerzien, na de gerechtelijke vakantie, met de herverkozen leden van de Raad en, nog belangrijker, een kennismaking met de nieuwe leden.  Dit jaar mochten we, naast de verkozen Stafhouder De Moor als vice-stafhouder, vijf nieuwe leden verwelkomen (nl. Mrs. Jan Houthuys, Bernard Derveaux, Alexander Hansebout, Hanife Cilingir en Cecile Kenis).  Met hun toevoeging werd de diversiteit van deze Raad bestendigd in menig opzichten: qua gender (7 mannen en 9 vrouwen), qua leeftijd (van 9 tot 30 jaar anciënniteit); qua kantoor (van éénmans/vrouw praktijken tot grote kantoren); qua inhoudelijke bezigheid (van M&A tot familierecht) – En dan spreek ik nog niet over de verschillende (en zonder uitzondering sterke) persoonlijkheden van mijn collega-leden van de Raad. 

De meer sociaal geïnspireerde activiteiten tijdens de reflectiedagen boden dan ook de kans om die persoonlijkheden te verkennen.  Ik denk daarbij vooral aan de rally met deux-chevaux doorheen het centrum van Rijsel.  Ook de culinaire verwennerijen die voortsproten uit de exquise smaak van Stafhouder Callens hielpen daarbij een handje (zelfs een eerste kennismaking met potjesvlees en andere “hartige” gerechten in een traditionele Estaminet…).

Na dit moment van introspectie, vatte de drukke activiteitenkalender van de NOAB aan.

Op 21 oktober 2019 vierde de Orde haar beroepsjubilarissen: Mr. Frans De Luyck die kon bogen op niet minder dan 70 jaar balie, samen met vijf advocaten die hun 50ste beroepsjubileum vierden (nl. gewezen Stafhouder Boliau en Mrs. Van Vaerenbergh, Deleu, De Becker en Van Haeleweyck).

Op 28 oktober 2019 vond onder ruime belangstelling de herdenkingsplechtigheid plaats voor Stafhouder Braffort die gedurende de hele Tweede Wereldoorlog stafhouder van de toenmalige unitaire Orde van advocaten was.  Zijn uitzonderlijk moedige verzet tegen de Duitse bezetter en tegen de aanhangers van REX (dat hem uiteindelijk fataal is geworden) werd herdacht tijdens deze plechtigheid ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van zijn moord.  Bijzonder aangrijpend was de voorlezing door een aantal jonge confraters van uittreksels uit, onder meer, de brieven die stafhouder Braffort aan de Duitse militaire bevelhebber in Brussel heeft gericht.  De vergadering werd ook toegesproken door minister van justitie Koen Geens.

Vanuit de doelstelling om een betere coördinatie tussen en begrip van de werking van de Nederlandse en Franse Ordes bij de balies te Brussel te bewerkstelligen, vond ook dit jaar, op  12 november 2019, een gemeenschappelijke raad met de leden van beide Ordes plaats.  Daarbij was vooral aandacht voor de verschillen in de deontologie tussen de twee Ordes en werden een dertigtal (in meer of mindere mate belangrijke) verschilpunten geïdentificeerd.  Er werd vervolgens een gemeenschappelijke werkgroep opgericht om te bekijken of er een toenadering over deze verschillen mogelijk is.

Op 22 en 23 november 2019 vond vervolgens één van de hoogtepunten van het gerechtelijk jaar –de openingsactiviteiten– plaats.

Dit jaar werd de rouwhulde gecombineerd met de Openingszitting van het Vlaams Pleitgenootschap.

Tijdens de openingszitting hield Mr. Wannes Vandenbussche de openingsrede “Over wetgeving die alternatieve geschillenoplossing aanmoedigt: wanneer sorry reeds een begin is”. Zoals gebruikelijk, werd de openingsredenaar door de voorzitster van het VPG, Mr. Maria-Clara Van den Bossche, van repliek voorzien, waarna ook Stafhouder Callens de vergadering heeft toegesproken.  Evenzeer traditiegetrouw, vond ’s avonds het openingsbanket plaats dat door bijna 1.000 deelnemers meer dan druk werd bijgewoond.

Op zaterdag ontving Stafhouder Callens vertegenwoordigers van de magistratuur, de NOAB, de OVB, de OBFG, zowel als vertegenwoordigers van Belgische en buitenlandse balies in SILO Brussels voor een dansvoorstelling met pianomuziek van Claude Debussy, gevolgd door een wandelbuffet (wat ook het einde van de openingsactiviteiten inluidde).

Zoals aan het begin van mijn verslag reeds aangehaald, werd het Europese vasteland op 1 februari 2020 wakker in een Europese Unie zonder het Verenigd Koninkrijk; een effectieve Brexit waar tal van mensen ondertussen al geen geld meer op hadden durven inzetten.  Daarmee was het eerste landmark event van 2020 een feit.  Uiteraard ging de NOAB deze historische gebeurtenis niet onvoorbereid tegemoet.  Voortbouwend op initiatieven die tijdens het gerechtelijke jaar 2018-19 al op touw waren gezet, ging Stafhouder Callens op 1 oktober 2019, ter gelegenheid van de opening van het gerechtelijk jaar in London, over tot ondertekening van een Memorandum van Understanding tussen, enerzijds, de NOAB, de Franse Orde, de OVB en de OBFG en, anderzijds, de Law Societies of England & Wales, Scotland and Northern Ireland, the Bar Councils of England & Wales and Northern Ireland, en the Faculty of Advocates of Scotland.  Deze MoU beoogt afspraken te maken voor wederzijdse samenwerking tussen de juridische beroepsorganisaties langs beide kanten van het kanaal met als voornaamste onderliggende idee om, op basis van reciprociteit, een zekere continuïteit te kunnen garanderen aan “Engelse” advocaten die op het ogenblik van de Brexit reeds in België actief waren en vice versa.  Ook de Brexit werkgroep binnen de schoot van de NOAB zette haar werkzaamheden voort om een antwoord te kunnen bieden op de vele praktische en juridische valkuilen die de Brexit voor de uitoefening van ons beroep zouden stellen.

De Brexit task force was overigens niet de enige actieve werkgroep binnen de schoot van de NOAB.  Zo leverde begin dit jaar ook de werkgroep arbitrage en alternatieve geschillenbeslechting met het nieuwe NOAB reglement bindende derdenbeslissing een belangwekkend product af.  Het reglement voorziet in een aanvullende alternatieve vorm van geschillenbeslechting (de u wellicht bekend techniek van de bindende derdenbeslissing) en werd rechtstreeks geïnspireerd door het nijpende tekort aan magistraten binnen bepaalde rechtbanken, waaronder in het bijzonder de Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank te Brussel.  Dit is dan ook een mooi voorbeeld van hoe de Orde met de magistratuur probeert samen te werken om tot praktische oplossingen te komen in het voordeel van de rechtszoekenden, de magistratuur én de advocaten.

Tot slot verdienen ook de nieuwe beleidsnota’s die de Raad van de Orde dit jaar heeft aangenomen in de verf te worden gezet. Dit betreft:

  • Beleidsnota nr. 7: Optreden voor meerdere verdachten (in strafzaken)
  • Beleidsnota nr. 8: Ereloonadviezen

Om dan terug de draad op te pikken van het chronologische verslag van de werkingsactiviteiten van de NOAB tijdens het voorbije gerechtelijk jaar, dient zeker nog het bezoek van de koning aan de Nederlandse en Franse Ordes in het justitiepaleis op 5 februari 2020 te worden vermeld.  Dit bezoek kwam er ter gelegenheid van de 35ste verjaardag van de oprichting van de twee afzonderlijke Ordes.  Aangezien de koning op voorhand had aangegeven bijzondere interesse te hebben voor de jongeren aan de balie en voor de inzet van de balie voor de minstbedeelden in de maatschappij, werd een voorstelling voorzien van het NOAB project DIApositief dat zich via verschillende kanalen inzet voor meer diversiteit aan de Brusselse balie.  De Franse Orde stelde haar project Justibus voor.  Er werd tevens een rondetafelgesprek georganiseerd waaraan langs de kant van de Nederlandse Orde, naast Stafhouder Callens,  Mrs. Sevda Karsikaya, Jan Donkers en Lina Achaoui deelnamen.  Ook rechtenstudent Kadir Pinar, die in 2019 de DIApositief-essaywedstrijd van de NOAB won, nam deel aan het gesprek.  Het DIApositief project zal, mede dankzij de financiële bijdragen van de sponsors, overigens ook in 2020 worden voortgezet.

Het DIApositief project vormt ineens een mooie aanloop om met u wat cijfers betreffende de samenstelling van de NOAB te overlopen.  Op 19 december 2019 bedroeg het totaal aantal NOAB advocaten 3.329 (hetzij een stijging met 221 advocaten t.o.v. 2018), samengesteld uit:

  • 756 stagiairs
  • 2.279 tableau advocaten
  • 249 advocaten op de EU-lijst
  • 45 advocaten op de B-lijst

De stijging van het aantal advocaten t.o.v. 2018 heeft in aanzienlijke mate te maken met een instroom van EU-advocaten, voornamelijk uit het Verenigd Koninkrijk n.a.v. Brexit en aangezien er verhoudingsgewijs minder weglatingen dan in andere jaren waren.  Sociologisch gezien, heeft deze trend zonder meer bijgedragen tot een toenemende internationalisering van de NOAB de voorbije vier jaar.  Daaraan gerelateerd is wel de vaststelling dat in hetzelfde tijdsbestek van vier jaar de verjonging van onze balie zich niet heeft doorgezet aangezien het percentage stagiairs t.o.v. het totale aantal advocaten van 24% in 2017 naar 22,5% in 2020 is gedaald.  De balie veroudert dus enigszins.  Tot slot dient vastgesteld dat de vervrouwelijking van de NOAB zich in dit tijdsbestek heeft bestendigd in een 60-40 man/vrouw verhouding (zelfs al is het aantal mannelijke confraters in de onderzochte periode jaarlijks met ongeveer 0,50% gedaald).  Wat mij echter het meeste zorgen baart, is de omgekeerde man/vrouw verhouding bij de stagiairs aangezien in 2020 53,37% van de stagiairs vrouwen zijn.  Die cijfers tonen dus aan dat hoewel de initiële instroom van vrouwelijke advocaten groter is dan die van mannelijke advocaten, meer vrouwen dan mannen de balie na de stage verlaten.  Ik heb geen sluitend bewijs over de precieze oorzaken daarvan maar het dwingt m.i. in ieder geval tot nadenken over de vrouwvriendelijkheid aan de balie zowel qua werkomstandigheden als qua carrièreopportuniteiten.

Ik ben daarmee echter alweer afgedwaald van mijn chronologische overzicht en neem dan maar een sprong naar maart 2020 toen zich langzaam maar zeker het tweede en (vooralsnog) laatste landmark event van dit jaar (en wellicht van de voorbije decennia) aftekende: de opmars van het Corona virus, gevolgd door een abrupte lockdown.

De NOAB toonde zich echter veerkrachtig en zo vond enkele dagen later, op 23 maart 2020, al de eerste virtuele vergadering van de Raad van de Orde plaats. Ook de maandelijkse gemeenschappelijke vergaderingen met de afgevaardigden van de OVB werden op die manier voortgezet.

De vernieuwde website van de NOAB –een project dat reeds langere tijd in de stijgers had gestaan– was in dit opzicht ook een welgekomen verwezenlijking zowel t.a.v. rechtszoekenden als t.a.v. zoekende advocaten die hun gebruikelijke informatiekanalen (voornamelijk via een bezoekje aan het secretariaat van de Orde) tijdelijk moesten ontberen.  Nochtans zetten ook de dames van het secretariaat, onder leiding van de secretaris-generaal, Krista Esselens, en daarin bijgestaan door de kabinetschef van de Stafhouder, Luc Vanheeswijck, hun beste beentje voor en zij toonden een opmerkelijke flexibiliteit en inzet om de administratieve molen van de NOAB draaiende te houden.

Al deze initiatieven werden verder ondersteund door de bijna dagelijkse Corona nieuwsbrieven van Stafhouder Callens.  Hij zet trouwens moedig door en ik heb bij de laatste telling, als ik mij niet vergis, Corona nieuwsbrief nr. 44 zien passeren.  De talrijke reacties die ik daarop ontving van Confraters –zelfs zij die zich niet typisch met de balie associëren– sterkt mij in de overtuiging dat na verloop van tijd, en met het wegebben van de eerste schokgolven en preventiemaatregelen, die nieuwsbrieven voornamelijk, indien al niet uitsluitend, nog met veel appetijt werden gelezen voor de prozaïsche woorden van troost van de Stafhouder, voor de (terechte) uithalen naar uitwassen van of inefficiënties in het kader van de crisis, dan wel voor de faits divers, quotes of anekdotes die meermaals tot een grijns of gegrinnik aanleiding gaven.  Zo zou ik zelf zonder de opmerkzaamheid van Stafhouder Callens wellicht nooit de tijd hebben genomen om van mijn computerscherm en een zoveelste virtuele vergadering weg te kijken en op te merken dat de lucht inderdaad verbazingwekkend blauw en zonder witte strepen van het veelvuldige vliegtuigverkeer was geworden …

Het is dan ook bijzonder fijn om vast te stellen dat het enthousiasme en de inzet van alle betrokken actoren tijdens deze crisis blijkbaar een uitzonderlijk groot aantal advocaten heeft geïnspireerd om hun kandidatuur voor de Raad van de Orde van de NOAB en voor de OVB in te dienen.  Zo heeft voor het eerst in jaren een echte democratische strijd tussen maar liefst 26 kandidaten voor de 16 vacatures in de Raad van de Orde plaatsgevonden.

Hoewel de Raad volgend jaar de ervaring en wijsheid van Stafhouder Callens als pro-stafhouder zal moeten missen nu hij op 4 mei 2020 tot voorzitter van de OVB werd verkozen, lijkt de Raad aldus in goeie handen bij de verkozen Stafhouder Bart De Moor en bij de herverkozen en nieuw verkozen leden van de Raad van de Orde die opnieuw alle garanties lijken te bieden op een diverse, doortastende en enthousiaste Raad.  Ik feliciteer de verkozen stafhouder en alle verkozen leden dan ook graag met hun verkiezing en wens hen veel succes toe met wat ik zelf de voorbije twee jaar als een bijzonder verrijkende ervaring mocht beleven.

16 juni 2020,

Secretaris van de NOAB 2019-2020,

Vanessa Foncke